Griekenland - De Griekse Gids
Twitter Griekse Gids    Youtube Griekse Gids    Instagram Griekse Gids    Facebook Griekse Gids    Pinterest Griekse Gids
 
 


Griekse woorden in NL - E

Het woordenboek van de Griekse Gids

A B C D E F
G H I J K L
M N O P R S
T U V X Y Z

 

Eclips: Zons- en maansverduistering.

Econoom:  Letterlijk Ecos=οικος=huis, nomos=νομος=wet    Economie=staathuishoudkunde

Ego: ik.

Embleem: Zinnebeeld, evenals het kenteken.

Enthousiasme: Geestdrift.

Entomologie: Insectenkunde.

Epicentrum: kern van een aardbeving.

Epiloog: Slotwoord.

Episode: Episode is een invoeging in de Griekse tragedie. Het is de handeling die zich naast de hoofdhandeling afspeelt.  

Epoque: (epochi) Tijdperk.

Epos: heldengedicht of versdicht met een  monumentaal karakter.Voorbeelden: "Ilias" en "Odyssee".

Eros: Griekse God van de liefde

Ethisch: zedenleer

Etymologie: wetenschap over de herkomst en verandering van woorden in een bepaalde taal.

Eucharistie: Dankzegging

Eufemisme: Een positieve uitdrukking voor iets onaangenaams.

Euforie: Kunstmatig opgewekt gevoel van welbevinden, bijv. onder invloed van drugs,drank of eigen verbeelding.

Eureka:[Gr. = "ik heb het gevonden!"] Naar de overgeleverde uitroep van Archimedes na de ontdekking van het principe van de opwaartse druk. Algemeen de vreugdekreet na de oplossing van een moeilijk probleem.

Euthanasie:[Grieks: mooie dood] 

Exodus: Uittocht, uitgang

Exotisch: Vreemd.

Extase: Oorspronkelijk religieuze, later algemene toestand van lichamelijke en geestelijke enthousiasme.

 

Nederlands Grieks




© De Griekse Gids 2000-2024