Het woordenboek van de Griekse Gids
A | B | C | D | E | F |
G | H | I | J | K | L |
M | N | O | P | R | S |
T | U | V | X | Y | Z |
Macrokosmos: De hele wereld, heelal.
Mausoleum: Prachtig grafteken van koning Mausolos van Carië (377-352 v. Chr.) te Halikarnassos, het tegenwoordige Bodrum, een van de zogenaamde zeven wereldwonderen uit de Oudheid, later de aanduiding voor vergelijkbare bouwwerken, zoals het Leninmausoleum in Moskou.
Mechanica:Mechanica, bewegingsleer van lichamen.
Mega: groot
Micro: klein
Melancholie: Zwaarmoedig, somber.
Melanine: Donkerbruine tot zwarte kleur (pigment), vooral op de huid, haren en iris.
Melodie: zingbare, gesloten opeenvolging van tonen.
Melodrama:[Grieks melos = lied; drama = handeling], theatervorm van de Europese Romantiek met pathetische aspecten.
Mentor: Opvoeder, raadgever
Mentor (sage): In de Griekse sage de vaderlijke raadgever van Telemachus.
Mesopotamie: land tussen de rivieren
Metafoor:[Grieks "metaphora" van "meta-phé rein" = "overdragen"], overdrachtelijke betekenis van een woord of een figuurlijke uitdrukking bijv.: "woordenvloed", "het licht van de waarheid".
Metamorfose: Algemeen voor verandering, van gestalte veranderen.
Metempsychose: Zielsverhuizing.
Methodiek: Deelgebied van de pedagogie, dat de onderwijsmethodes onderzoekt, methodenleer.
Metrologie: Meetkunde.
Metropool: Metropolis, hoofdstad, letterlijk moederstad
Microben:(micro=klein, bio=leven) Microben zijn slechts met de microscoop zichtbare, meestal eencellige kleine levende wezens, bijvoorbeeld een bacterie.
Microscoop: Optisch apparaat voor het vergroten van zeer kleine voorwerpen.
Migraine: (Ημι-κρανια : Imikrania): Schele hoofdpijn
Mimiek: Spel met gelaatsuitdrukkingen en gebaren.
Misantroop: Mensenhater, vijand van de mens.
Monarch:De monarch (Gr.) is alleenheerser (keizer, koning of vorst). De staatsvorm waarin hij heerst, noemt men monarchie.
Monogamie: Huwen met een persoon, tegenstelling: polygamie.
Monoloog: alleenspraak.
Mozaïek: Een beeltenis van figuren of ornamenten, samengesteld uit glas-, steen- of marmerstukjes in verschillende kleuren. Veelvuldig toegepast in de late Klassieke Oudheid, de vroegchristelijke tijd en in de Byzantijnse en islamitische kunst.
Museum:[Grieks muzentempel] Ruimte of gebouw waarin voorwerpen van kunst en wetenschappen, of voorwerpen ter herinnering aan beroemde persoonlijkheden, in origineel of reproducties tentoongesteld worden. Het museum ontstond uit kerkelijke of vorstelijke schat- en kunstkamers.
Mysterie : geheim
Mythisch: Fabelachtig, verzonnen.
Mythologie: De wetenschappelijke studie van de mythen, begon reeds in het oude Griekenland